Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [47]Ook waren hun aangezichten en [48]hun vleugelen opwaarts [49]verdeeld; [50]elkeen had er [51]twee [52]samengevoegd aan de andere, [53]en twee bedekten hun lichamen. 47. Anders: Dit, of zo waren hunne aangezichten; maar hunne vleugelen waren opwaarts, enz. 48. Versta, de twee vleugelen, waarmede zij vlogen, die zij ophielden alsof zij vliegen wilden. 49. Dat is, onderscheidenlijk opgeheven en uitgestrekt tot God, die boven de vier dieren op een hogen troon in de gedaante van een mens zat. Waarmede betekend is dat de heilige engelen met al hunne zinnen en genegenheden wakker zijn om de bevelen Gods te ontvangen en uit te voeren. 50. Te weten der dieren. 51. Te weten vleugelen. 52. Zie boven vs.9 en de aantekening. 53. Zie boven de aantekening vs.6.